Regelmatig staar ik voor me uit. In gedachten. Misschien lijkt het alsof ik je aankijk, maar ik zie niets. Misschien lijkt het alsof ik zielig, verdrietig of boos ben, maar ik voel niets. Mijn hoofd is aan het puzzelen. Het kan zijn dat ik een gesprek dat ik had voor de 15e keer naspeel. Het kan zijn dat ik een gebeurtenis probeer te verklaren. Het kan zijn dat ik een gebeurtenis in de toekomst probeer voor te bereiden.
Dit heb ik nodig. Om te leren. Om een beter mens te worden, een aangenamer persoon. Maar ook om het mezelf makkelijker te maken. Zorgen dat ik niet vastloop in alledaagse situaties, dat ik niet halverwege de dag uitgeput of overprikkeld op de bank lig, dat ik geen ruzie krijg over onbeduidende zaken. Zorgen dat als ik iets van plan ben, hoe kleinschalig ook, dat het kans van slagen heeft om te lukken.
Laat ik maar heel eerlijk zijn. Voorbereiding is voor mij een eerste levensbehoefte. Het is moeilijk uit te leggen. Ik merk dat er veel ongeloof is als ik vertel dat het anders fout gaat. Tegelijk – en dat is wel eens lastig – is er ook veel ongeloof en onbegrip zodra het fout gaat.
Want dat het fout gaat is een zekerheid. En als het fout gaat dan red ik me daar niet uit. Ik heb namelijk geen idee wat er fout ging. Het kan zijn dat mijn woorden voor de luisteraar een andere betekenis hebben. Dat gebeurt vaak. Als ik de beelden in mijn hoofd omzet naar woorden, dan horen daar meestal geen emoties bij. Maar die emoties worden door de ander wel gehoord of gevoeld. Ik vergeet vaak ook context mee te geven die mijn woorden verduidelijken. Het kan ook zijn dat ik per ongeluk aan non verbale communicatie doe. Woorden krijgen een andere betekenis door de blik in je ogen of de houding van je armen. Ik ben me daar niet van bewust, dus ik begrijp niet waarom mensen reageren zoals ze reageren.
Het kan ook fout gaan omdat ik de woorden die ik hoor of lees verkeerd opvat. Bijvoorbeeld omdat ik de non verbale communicatie mis. Of omdat ik nog niet alle details heb verwerkt. Het kan fout gaan omdat ik overspoeld raak met prikkels. Het gaat daarnaast fout als er een bepaalde verwachting is. Een ongeschreven sociale regel die zegt dat je nu op deze wijze dient te reageren, want anders ben je ongeïnteresseerd of ongevoelig of egoïstisch. Dat staat helemaal los van of dat inderdaad zo is, maar als je je op dat moment niet aan die regel houdt dan trekt de wereld die conclusie. Dat negatieve energie mij overprikkelt, helpt niet.
Dat kan ik dus voorkomen. Door me voor te bereiden. Door een plan A en het liefst ook een plan B en C te maken voor iedere gebeurtenis die buiten de normale routine valt. Een uitnodiging voor een verjaardag, een monteur die iets komt repareren, een bezoek bij de buren, een trip naar de bouwmarkt, een vergadering op het werk. Vooraf zorg ik ervoor dat ik duidelijk heb wat het doel is, op welke prikkels ik mij focus, hoe ik mijn woorden formuleer, welke non verbale signalen ik afgeef en hoe ik op allerlei mogelijke varianten kan reageren. Dit klinkt ingewikkeld, maar dat valt wel mee. Slechts bij geheel nieuwe of onduidelijke dingen moet ik het van voor af aan uitdenken. Voor de meeste situaties heb ik oplossingen, dan is het gewoon een kwestie van het juiste laatje vinden. Maar ik moet het wel tijdig doen!
Het gaat hier niet om trucjes of manipulatie. Het gaat erom dat ik de woorden vind die passen bij mijn intentie. Het gaat erom dat ik de bedoeling begrijp, zodat ik vragen naar waarheid beantwoord en acties kan ondernemen die passen bij die bedoeling. Ik krijg vaak het advies om “los te laten” en mezelf niet te dwingen om voor te bereiden. Vaak wordt dit advies gevolgd door het advies welke woorden of toon ik “gewoon” moet gebruiken, of welke acties ik “gewoon” moet uitvoeren. Ja, precies. Voor jou is dit misschien gewoon of misschien voel jij dat aan. Ik niet. Om dit toe te kunnen passen moet ik het voorbereiden. Misschien zelfs oefenen.
Normaal gesproken functioneer ik prima. Dankzij voorbereiding hou ik me goed staande. Ben ik niet voorbereid dan val ik echter gruwelijk door de mand. Sinds enkele jaren gebeurt dat veel vaker dan daarvoor. Ik ben meer tijd kwijt aan voorbereiding, meer tijd aan verwerken en het gaat vaker fout. Het grootste gedeelte van mijn leven had ik namelijk niet zo heel veel om voor te bereiden. Wekelijks had ik misschien twee of drie gebeurtenissen die voorbereiding nodig hadden. De rest was ‘business as usual’. Ik deed weinig nieuwe dingen en had weinig sociale contacten. Dat voorbereiden kon onopvallend. Terwijl ik onder de douche stond of op de fiets zat bijvoorbeeld.
Tegenwoordig is dat niet voldoende. Vooral prive is in een paar jaar zo’n beetje alles veranderd. Het zoeken naar nieuwe routine gaat moeizaam, omdat er steeds weer totaal nieuwe ontwikkelingen zijn. Zonder routine lijkt elke actie nieuw en weet ik niet wat mij te wachten staat. Het lijkt alsof ik alles groot maak. Waarschijnlijk vind ik dat achteraf ook, maar op dat moment is het voor mij groot.
Dus staar ik voor me uit. Denk ik overal over na en plan ik alles voordat ik het ga doen. Dat ben ik gewend en ik ben er goed in. Het lijkt of ik pieker, maar eigenlijk zorg ik dat ik morgen weer met succes en plezier de dag doorkom.
In een tijd dat alles verandert vanwege het corona virus komt me dit goed uit. Ik krijg complimenten van studenten en collega’s over hoe snel en flexibel ik de nieuwe werkelijkheid eigen heb gemaakt. Insiders weten dat dit niet vanzelf ging. Het kostte me dagen om alle mogelijke nieuwe situaties voor te bereiden. Dagen waarin ik me enorm druk maakte en bijna tegen het plafond aanvloog.
Het had succes. Zoals zo vaak, gelukkig. Dus ja, ik moest me daar zo druk over maken!